HUGO KAAGMAN STENCIL KING
Electricity Boiler House
Het lelijkste gebouw van Nederland
donderdag 16 september 2010
Het lelijkste gebouw van Nederland staat in Enschede. Nou ja, dat vinden in ieder geval de lezers van de krant NRC Handelsblad. Die krant hield op
internet de verkiezing van het allerlelijkste gebouw.
De winnaar is de Stadshaard in Enschede. Een nieuw gebouw dat eruit ziet alsof het volgeplakt is met delftsblauwe tegels. Op de tegels zijn allemaal
dingen afgebeeld die te maken hebben met de stad en met elektriciteit. De Stadshaard is namelijk geen gebouw waar mensen in wonen of werken, maar
het omhulsel van een soort enorme verwarmingsketel. Veel stemmers vinden het gebouw dus foeilelijk, anderen vinden het juist jammer dat een heel
origineel gebouw gekozen is als lelijkste.
'Ik zie dit als een compliment'
Volgens een internet-peiling van NRC Handelsblad is de Stadshaard te Enschede het lelijkste gebouw van Nederland. Kunstenaar Hugo Kaagman,
verantwoordelijk voor de opvallende gevelbekleding, ziet er de humor wel van in. „Ik wil het zelfbewustzijn van Enschede versterken.”
Ben je verdrietig?
Nee, integendeel. Ik beschouw het als een compliment. Ik word ook met deze uitverkiezing gefeliciteerd. Iets anders is dat deze hele verkiezing natuurlijk nergens
op slaat. Acht genomineerde gebouwen waarop je onbeperkt kunt stemmen: nou, dat hebben sommige mensen ook gedaan. Volgens mij is er in dit land inmiddels
een grote groep die zich te pletter verveelt en niet anders doet dan de hele dag meedoen aan dit soort onzinnige dingen. Internet-democratie, rot alsjeblieft op.
Deze verkiezing is gemanipuleerd door een aantal notoire zeurpieten. Als ik zelf een uurtje had gestemd, had ik onderaan gestaan. De peiling is trouwens nog niet
afgelopen. Voor hetzelfde geld verlies ik die eerste plek. Ik hoop het niet.
Kun je je iets bij de kritiek voorstellen?
Natuurlijk wel. Vooral het feit dat het op een moskee lijkt, speelt me parten. Daar hebben ze tegenwoordig de buik vol van in dit land. Je moet trouwens niet
vergeten dat ik uitsluitend verantwoordelijk ben voor de gevelbekleding. Het gebouw zelf is ontworpen door de ArchitectenCie uit Amsterdam. Die vonden dat zo’n
gesloten, puur functioneel blok midden in de stad wel wat vrolijks kon gebruiken aan de buitenkant.
Je gebruikt Delftsblauwe tegels Daar zullen Wilders en Rita Verdonk toch ook van houden?
Dat is juist het leuke: ik gebruik deze techniek juist omdat ik het historisch bewustzijn wil bevorderen. Op de Stadshaard staan ook allemaal dingen die te maken
hebben met het verleden van Enschede. Alleen doe ik dat op een moderne manier. Dit gebouw is juist bedoeld om het zelfbewustzijn van de Enschedeërs te
bevorderen.
Stadshaard ‘Tempel van energie die lijkt op een moskee’
Ben Lensink en Toon Mesman. donderdag 14 januari 2010 Tubantia
ENSCHEDE - Kunstenaar Hugo Kaagman toert één keer per week vanuit z’n Amsterdamse atelier naar Enschede. Dan is het
weer tijd voor een grondige inspectie van de stadshaard die in Roombeek in vlot tempo uit de grond is gestampt. Het bijzondere
bouwwerk, een opvallend baken in het noordelijk deel van de stad, nadert zijn voltooiing. Nauwgezet controleert Kaagman of
alles goed gaat met de door hem ontworpen Delfts blauwe buitenmuren.
„Kijk”, wijst hij op de tegelwand aan de kant van de Deurningerstraat, „die twee stekkers zitten veel te dicht bij elkaar. Dat moet
anders.” Een van de platen met een mega-Delfts blauwe stekker wordt straks gewisseld. Kaagmans wijsvinger is nog (Delfts)
blauw, want daar heeft hij eerder op de dag z’n nieuwste boek mee gesigneerd in de Art Kitchen Gallery in Amsterdam. In de
vrieskou raakt de wereldberoemde stencilkunstenaar niet uitgepraat over z’n huzarenstukje. Hier, op de hoek van de Roomweg
en de Deurningerstraat, verrijst het grootste Delfts blauwe kunstwerk ter wereld. De ontwerper is er trots op. Wat heet, apetrots.
De Enschedese stadshaard kreeg nog net een prominente plek in het vorige maand gepresenteerde boek ‘Hugo Kaagman
Stencil King, the Dutch Godfather of Stencil Graffiti’. De uitgave onderstreept de veelzijdigheid van de kunstenaar die
consequent z’n eigen spoor trekt. Hij balanceert met regelmaat op het randje van kitsch, maar kiest daar dan weer doelbewust
voor. „Beschouw dat dan maar als een parodie op de souvenirwinkels”, lacht hij. „Maar ik werk niet voor toeristen.” Eigenzinnig
als hij is, begint Kaagman aan z’n Delfts blauwe periode op een moment dat daar juist op neer werd gekeken. „En ja, nu mag
het weer”, zegt de kunsternaar.
Kaagman noemt zich ‘een patronengek’. In de loop der jaren maakte hij zich de sjablonentechniek eigen. Hij snijdt het sjabloon
uit en spuit het vervolgens op de ondergrond. Soms gebeurt dat met de airbrush-techniek. De wanden van de Enschedese
stadshaard zijn gesierd met gelakte aluminiumplaten. Papier met het bewuste motief werd in spiegelbeeld om de plaat
getrokken, in de oven gebakken en van een laklaag voorzien. „Het heeft dan het effect van een geglazuurde tegel.”
De bekleding van de warmtekrachtcentrale van Essent in Roombeek, is een nieuw fenomeen op het al zo indrukwekkende cv
van de kunstenaar. Zeker wat betreft de omvang. Kaagman betitelt het bouwwerk, met wanden van tien meter hoog en een
schoorsteen van 42 meter , als ‘een tempel van energie die lijkt op een moskee’. De wanden zijn, als gemeld, gesierd met
bekende personen en stadstaferelen, algemene afbeeldingen en daar tussen de ‘witjes’ - de meeste een vierkante meter groot.
Plompleliebladen groeien omhoog en bovenin de schoorsteen schijnt een zon van tulpenbladeren. „Bovenin zitten grote
ornamenten”, legt Kaagman ter plekke uit. „Het is de eerste keer dat ikdie bladeren zó groot maak.” Over de aansluiting van de
ornamenten in de hoekscharnieren is hij minder tevreden. Het klopt niet helemaal. De ornamenten sluiten niet naadloos op
elkaar aan. Een kniesoor die er op let. Als hij vanaf de Deurningerstraat een blik werpt op zijn grootste schepping tot nu toe,
bekruipt Kaagman een ‘Esscheriaans gevoel’. Voor de passant geldt: hoe langer je er naar kijkt, des te uitbundiger het feest der
herkenning wordt.